De supermarktmanager trok een sprintje en haalde de man in die zojuist een kaartje op het advertentiebord had geplaatst.

'Mijnheer wacht even. Wacht!'
Hijgend van het hollen tikte de supermarktmanager op de schouder van de klant die even daarvoor de winkel had verlaten en nu de straat over wilde steken. Geërgerd draaide de man zich om. 'Wat is er? O wacht even, jij bent de bedrijfsleider van de Albert Heijn.'
'Supermarktmanager, ja.'
'Ben ik wat vergeten? Heb je m'n portemonnee gevonden?
'Was u die kwijt, dan?'
'Niet dat ik weet. Wacht even. Nee kijk, hier heb ik hem.'
'Gelukkig.'
'Zeker. Als u het niet erg vindt dan loop ik door. Zulk lekker weer is het nou ook weer niet en ik wil naar huis want het voetballen begint zo.'
'Ik wil het even met u hebben over uw kaartje op het advertentiebord in de winkel.'
'Ja, dat kan. Heeft u belangstelling?'
'Belangstelling? Ik?'
'Ja, waarom niet? Is mijn vrouw beneden je stand?'
'Eh, dat weet ik niet. Ik ken uw vrouw niet en dat hoeft ook niet want ik ben getrouwd.'
'Juist. Dan hebben we elkaar weinig meer te zeggen. Als u even opzij wil gaan, dan steek ik hier over.'
'Ik wil alleen maar even zeggen dat zo'n kaartje ophangen in mijn winkel echt niet kan.'
'Waarom niet?'
'Je kunt je vrouw niet verkopen via een advertentiebord.'
'Ik verkoop haar ook niet, ze is gratis af te halen. Beter zelfs, dus. Toch?'
'Nee, niet beter. Het gaat hier om een mens, niet om een oude uitgezakte driezitsbank.'
'Nou, zelfs die vergelijking...'
'Mijnheer, ik wil het er verder niet over hebben. Het is niet leuk, het is vrouwonvriendelijk, kwetsend en ik weet zeker dat niemand om dit kaartje moet lachen. De tijd is voorbij van seksistische moppen of grappen over schoonmoeders.'
'Schoonmoeders, schoonmoe... Daar zeg je zowat. Heeft u nog een extra kaartje?'

Oude reclames in de krant, vraag en aanbod in de supermarkt, ingezonden mededelingen in het huis-aan-huisblad. De mooiste advertenties verdienen een verzonnen verhaal in onze rubriek Geblaat.